Louis Paul Boon 1912-2012
Het zal de laatste twee dagen wel duidelijk zijn geworden dat ik een gepassioneerde lezer ben van het werk van Louis Paul Boon. Een verhaspelde versie aantreffen van een van zijn meesterwerken leidt dan tot grote droefenis, de verzekering krijgen dat het euvel is verholpen tot grote vreugde. Maar waar het om gaat, is dat de boeken van Louis Paul Boon me blijven boeien en me blijven uitdagen. Vooral dat laatste aspect is belangrijk. Boon is een schrijver die zich altijd als man van het volk heeft opgesteld. Hij was een kleine man die bijgevolg dus ook kleine boeken schreef, bijvoorbeeld over zijn eigen kleine oorlog. Dat is natuurlijk grotendeels een pose. Boons boeken zitten ingenieus in elkaar. Boon laat je geloven dat hij zijn zangerige Aalsters zonder al te veel moeite uit zijn mouw heeft geschud, maar achter die façade van onnozelheid gaat een grote vormbeheersing schuil. Vooral in Mijn kleine oorlog en de twee boeken over de Kapellekensbaan doorbreekt Boon de traditionele romancode zo drastisch dat deze romans aanvankelijk overkomen als een ‘plas, een zee, een chaos’, zoals hij zelf schreef. Dat kan afschrikwekkend werken. Sommigen kiezen er zelfs voor om het dan maar helemaal niet meer te proberen. Maar al gauw blijkt dat Boon eigenlijk heel open is over zijn zogenaamde chaotische experiment. Er is geen ingreep op de traditionele romankunst die in De Kapellekensbaan en Zomer te Ter-Muren onbesproken blijft. Voortdurend discussiëren ‘boontje’ en zijn personages over hoe de romans vorm krijgen, welke ingrepen wel en welke ingrepen niet gepermitteerd zijn en vooral over wat de functie van de literatuur is in de bredere maatschappij. En juist dat laatste maakt dat Boons boeken over de Kapellekensbaan nog steeds zo relevant zijn. Boon denkt hardop na over de plaats van de kunst in een maatschappij die wordt verdeeld door de grote godsdiensten en ideologieën. Hij doet dat op een heel open manier. Zijn personages zijn het zelden eens. En eigenlijk krijgen deze boeken pas echt kracht als je je als lezer niet puur als een luie consument opstelt, maar als je deelneemt aan die discussie. Dat is het uitdagende en het blijvend relevante aan het werk van Boon: het daagt je uit om zelf stelling te nemen, om zelf je positie te bepalen ten opzichte van de literatuur en om via die literatuur je positie te bepalen in de maatschappij.
Morgen is het zover: 15 maart 2012 is de honderdste geboortedag van Louis Paul Boon. Het zal het startschot zijn van een feestjaar waarin twéé mooie tentoonstellingen te bewonderen zullen zijn (één in Antwerpen en één in Aalst) en waarin talloze grotere en kleinere happenings worden georganiseerd. Onder andere de tijdschriften Ons Erfdeel en nY komen zeer binnenkort met nummers waarin speciale aandacht wordt besteed aan Boon.