LL12: Liesbeth Lagemaat – Een wandeling, zeg je, in de ochtend
EEN WANDELNG, ZEG JE, IN DE OCHTEND
Je stem van losse draden. Klanken liggen verward op de mist,
argeloos geluid. Je bent gerafeld in wat je niet meer zei dan
een woordlijn van losse eindjes. Slik in zuig terug dat wat je blieft,
of je verwaait. Afgronden gapen en grommen niet meer zoals vroeger,
gewoon om te waarschuwen. Je stem kan verdraaid, verweekt en opgelost
in een nevelvallei. Engelenhaar rondom en een witte witte stilte.
Maar verdwijnen zou je wel.
Zoals vandaag alle geluid een risico. Wie toonzegt en bestaat
kan verglijden, van de kliffen schuiven en zijn tongpunt verstuiken in de mist.
Laaghangende wolken rondom, het strand geen dragende moeder.
De nevel opent zich dan hier dan daar maar je kent het ritme niet,
je stem is dunner, uitgegleden in de rook, je zegt dat je bestaat maar
je kent de scheuren niet en de spelonken van niemand weet waar,
een stap opzij en je verdampt en ik heb niets meer van je gehoord.
We hebben geen kaart van de wolk om ons heen, wel van het eiland
maar dat is volstrekt van geen enkel belang. ‘Een wandeling’, zeg je,
‘in de ochtend, dat lijkt me wel wat, nu en hier’.(Les 1: denk op kleinere
schaal, alsof je een schelp bent, of een korrel berg of bot, steeds
miniemer en scherper. Tot je voelt waar de lucht zich opent, damp
op splijten staat. Tot je het ritme kent van scheiden en klieven,
weet waar de gaten vallen.) Want je was je stem al eens eerder bijna kwijt,
toch? Uitgegumd, met spankracht en betekenis en al, je woord rekte zich
en vervaagde. ‘Een wandeling’, zei je,’in de ochtend, dat lijkt me
wel wat’ en je hoofd werd een rookpluim, je gleed weg en je viel en
je viel en je viel. (Les 1 is aan ons niet besteed, we zullen nooit weten
waar de nevel splijt, hoe ons te hoeden, onopgelost te blijven.)
Je viel en je viel en je viel tot ik niets meer van je verstond.
__
Van Liesbeth Lagemaat verschenen drie dichtbundels bij Uitgeverij Wereldbibliotheek: Een grimwoud in mijn keel (2005), Een koorts van glas (2007) en Handlanger – Het witte kind (2009). Voor haar debuut ontving Lagemaat de C. Buddingh’-prijs.
Bovenstaand gedicht staat in haar nieuwe bundel Het uur van de pad die volgende week verschijnt.
Een schitterend gedicht! Het uur van de pad nadert. Laat maar komen!
De bundel ‘Handlanger – Het witte kind’ heb ik bij mij in de kast bij de afdeling nonsensgedichten gezet. Hilarisch onbegrijpelijke, pretentieuze gedichten. En deze kan ernaast, als ik ‘EEN WANDELNG, ZEG JE, IN DE OCHTEND’ zo lees; waar gaat dit over?
Een tongpunt verstuiken in de mist, een woordlijn van losse eindjes, een hoofd dat een rookpluim wordt.. Alles wordt minder, lost op. En al lezende, is het alsof ook het gedicht in rook zal verdwijnen, zodra je het gelezen hebt. Maar toch is dat geen optie. We zullen nooit weten hoe onopgelost te blijven. Er is een les, een bedoeling, een uitleg misschien, die niet van toepassing is. Nergens kun je je aan vasthouden. Daartegenover het alledaagse ‘Een wandeling’, zeg je,‘in de ochtend, dat lijkt me wel wat, nu en hier’. Dat lijkt alles dat overblijft, nu en hier, als de ‘je’ onverstaanbaar is geworden. Leven, een geluid achterlaten, het is een riskante bedoening. En aan het einde hou je nog niks over ook. Bijzonder gedicht, ik ben erg benieuwd naar de nieuwe bundel.
Ik ben erg benieuwd naar de nieuwe Liesbeth Büdgen.
Mooi, wie bestaat, loopt het risico op verdwijnen, wie bestaat, loopt het risico dat een ander verdwijnt, misschien is dat wel les 0?
Mooie titel ook.