Gepubliceerd op: zaterdag 24 maart 2012

Het plastisch oeuvre van Hugo Claus

“Wie het boek snel doorbladert, nog niet gemasseerd door de beate teksten van Freddy de Vree die de illustraties voorafgaan, ziet het werk van een kunstenaar die zich niet op één stijl wil vastpinnen en er plezier in schept doorslagjes van Appel, Picasso, Raveel en Richard Hamilton af te leveren. Claus kan tekenen, Claus kan schilderen, maar werken die écht uit de band springen? Neen. (Waarbij zij aangetekend dat in een catalogus als deze altijd net de verkeerde doeken verkleind worden weergegeven.)

Wat me wel zeer aansprak, en dan moeten we tóch naar de begeleidende essays, is de werkwijze van Claus. Zijn filosofie als kunstenaar. Claus koketteerde graag met zijn destructiedrift. Hij werkte in reeksen, waarvan dan hoogstens één tekening of schilderij mocht blijven bestaan. De rest werd vernietigd, of het nu de droedels zijn die Claus maakte tijdens het telefoneren, of een grote reeks olieverfdoeken zoals ‘Om Swift te eren’. Sommige werken bestaan enkel als foto. “Eigenlijk kan men zich alleen maar een oordeel vormen over mijn werk als men alles gezien heeft, ook die duizenden die vernietigd zijn,” zegt Claus in een gesprek met De Vree. Beelden is een staalkaart van een schaduwoeuvre dat niet meer bestaat.” >> Achille van den Branden bespreekt Het monumentale plaatboek Beelden uit 1988.

Over de auteur