Gepubliceerd op: vrijdag 27 januari 2012

Wigman zoekt vergeten dichters. Iemand?

Menno Wigman doet een oproep:

“Op donderdag 31 mei wil ik als kersverse stadsdichter van Amsterdam opnieuw een avond met vergeten dichters organiseren. Het spreekt voor zich dat het geen aapjes kijken moet worden, de dichters moeten met alle egards worden ontvangen en telkens ook even geïnterviewd worden. Tien jaar geleden beweerde Peter Simpelaar, de ‘Hollandse Rimbaud’ van de bundel Verzamel de wolken op je gemak, na afloop van zijn voordracht: ‘Dertig jaar is niets, vanavond is alles.’

Mijn vraag is: aan welke vergeten dichter denkt u als u dit leest? Aan Hans Vlek? Aan Patricia Lasoen? Aan Mickey Walvisch? Of eerder aan Lernert Engelberts, Jo Govaerts, Serge van Duijnhoven, Koos Dalstra, Micquel DeClerq of Jan Blokker junior? Frans Pointl en Astrid Roemer, beiden toch vooral prozateurs, publiceerden ook dichtbundels. Misschien ook zou T. van Deel moeten worden uitgenodigd, al zou het natuurlijk best kunnen dat hij dit jaar een nieuwe bundel publiceert.”

Meer op Tirade.

Noot: Miguel Declercq nam in 2010 een nieuwe voorzichtige aanloop met een publicatie bij Druksel. Ik schreef er destijds het volgende over:

Het is van 2001 (Zomerzot/Somersault) geleden dat we nog nieuw werk mochten lezen van de Vlaamse dichter Miguel Declercq. Bij Druksel verscheen deze maand, na tien jaar stilte, een bundel met nieuw werk onder de veelzeggende titel: Boven water. Volgende weinig hoopgevende verzen zetten meteen de toon:

 

Naar de haaien

Ik zag hem in de spiegel voor me staan:
een jongeman van 34 jaar
met grijzend haar en wijkende slapen.
Zijn lichaam had hij dichtgevouwen.
Zijn glimlach was verbeurdverklaard
en aan zijn kaken kon ik zien
dat hij voorgoed was uitgepraat (…)

Het is precies het beeld dat ik had toen ik Declercq in 2006 zag voorlezen tijdens het Gentse poëziefestival voor jong talent  Het uitzaaiend kaf. Bij elk gedicht herinnerde hij het publiek eraan dat poëzie voor hem een afgesloten hoofdstuk was. Na het voorlezen haalde hij even zijn schouders op en verdween. Postmoderne afstandelijkheid in praktijk gebracht? Een pose? Dichterlijke grillen? Ik dacht het niet. Deze jonge dichter die op 22-jarige leeftijd veelbelovend debuteerde met Person@ges (Arbeiderpers, 1997), waarvoor hij de Hugues C. Pernathprijs en een nominatie voor de C. Buddingh’-prijs kreeg, had écht de poëzie de rug toegekeerd. Deze jonge dichter die, dixit Hugo brems, “in de wandelgangen van de poëtische instituties in Vlaanderen zo wat beschouwd wordt als het grote nieuwe talent, de dichter die de geest van het postmodernisme opnieuw fris zal doen waaien, nu Spinoy, Van Bastelaere en zelfs Verhelst stilaan gesettelde figuren zijn geworden.” had de dichtkunst ingeruild voor het leven.

Maar zie, het dichterlijk bloed kruipt waar het niet gaan kan. Declercq is weer (half) ‘boven water’. Hij heeft zijn maniëristische staart afgeschud en spreekt in deze bundel rechttoe rechtaan: Het is allemaal verschrikkelijk lang geleden. Het is allemaal verschrikkelijk vlug voorbijgegaan. Het is een fabeltje dat de tijd alle wonden heelt en dat het kaartenhuisje-boompje-beestjeleven dat je leidt, je niet kan worden ontnomen (Van de weeromstuit).
De man die op hetzelfde moment als die andere veelbelovende postmodernist Paul Bogaert WELCOME HYGIENE (1996) debuteerde, lijkt het roer plechtig om te gooien:

Van wal

Op een dag wordt ge wakker en licht ge het anker. Uw
schepen verbrandt ge
opdat ze niet weer, niet uitentreuren
in verkeerde handen zouden vallen.
Dan geeft ge bevel
om van koers te veranderen,
want zo lelijk als gisteren
hoopt ge nooit meer te worden: ge hadt een stem
die verf kon doen afbladderen
en ogen die ternauwernood aan de verdrinkingsdood
ontsnapt waren. U zien
kwam neer op afstand houden,
u horen
op de benen nemen.
Nooit woudt ge interesse veinzen. Nooit woudt ge lang ter
plekke blijven. Nu zeilt ge moederziel alleen.

Boven water lijkt me de voorbode van een comeback. Declercq zit deels nog in de greep van een rouwproces; hij levert nog een gevecht met oude demonen maar de vernieuwing zit er al aan te komen:

Op het droge

Dit gedicht
is als een klap in het gezicht
van deze tijd.
Terwijl het water stijgt,
terwijl ik moeizaam ouder word,
terwijl mijn wereld als een kaartenhuisje rond me instort,
komen er woorden uit mijn hand.
En zeggen dat u dacht
dat ik het niet meer in me had.
Wat kijkt u nu verloren.
We wisten allebei dat dit ons ooit ging overkomen.
geen dreigende wolken    geen oude symbolen
Ik schrijf. En als ik het goed en wel begrijp,
kookt straks de hele wereld over.

Miguel Declercq (1976) publiceerde twee gedichtenbundels: Person@ges (Arbeiderpers, 1997), waarvoor hij de Hugues C. Pernathprijs en een nominatie voor de C. Buddingh’-prijs kreeg, en Zomerzot/Somersault (Arbeiderspers, 2001).  Bij Druksel verscheen in 2001 – Schijnmanoeuvres –  in 2010 Boven water.

Over de auteur

Displaying 12 Comments
Have Your Say
  1. Lucas Hüsgen zegt:

    Vergeten dichters? Jan Roeven.

  2. Mickey Walvisch is eind vorig jaar helaas overleden, vernam ik via via.

  3. Arjan Witte zegt:

    Pieter Jelles Troelstra!

    • Wobbe zegt:

      Dêr’t de dyk it lân omklammet,
      Lyk in memme earm har bern,
      Dêr’t de wylde see jamk flammet
      Op in hap út Friso’s hern…

      Nooit veel opgehad met het Fryslân-boppe-sentiment, maar deze regels doen me toch wel wat. En ik ben waarschijnlijk niet de enige Fries die er zo over denkt. Voor Friese poëzieliefhebbers van ongeveer vergelijkbare status als het gedicht ‘Denkend aan Holland’ dat voor de Nederlandse poëzieminnaars is. Vergeten als dichter? Een paar van zijn gedichten toch zeker niet!

  4. Ik zou graag een paar Vlaamse dichters willen voorstellen. Temeer omdat die goede gedichten schrijven en in Nederland zo onbekend zijn. Weinig of geen gedichten werden opgenomen in bloemlezingen. Ik noem bv Staf De Wilde, Tine Hertmans, Piet Brak, Bernard de Coen, Francis De Preter.

  5. Joost Baars zegt:

    Journalist en schrijver Joris van Casteren schreef niet alleen een mooi boek over vergeten dichters (‘In de schaduw van de Parnassus’), hij heeft ook nooit meer een vervolg gemaakt op zijn poëziedebuut ‘Grote Atomen’ uit 2001.

    Of je dan ‘vergeten’ bent, weet ik niet hoor. Het is ook gewoon de snelheid van de tijd en de dictatuur van de zichtbaarheid die maken dat een dichter die tien jaar niet publiceert ‘vergeten’ genoemd wordt.

  6. Miguel Declercq komt wel degelijk terug. Hij brengt deze zomer weer een bundel uit bij De Arbeiderspers.

    Leopold M. Van den Brande, verdwenen de voorbije 25 jaar, is aan een even indrukwekkende comeback bezig: http://bit.ly/zwV5y7

    Serge van Duijnhoven is nooit weggeweest, integendeel.

    Maar hoe zou het nog zijn met Lévi Weemoedt? Of Bea De Longie?

  7. Menno Wigman zegt:

    Interessant, heel interessant dat Miguel Declerq weer met een nieuwe bundel komt, dat wist ik niet. En wat Serge van Duijnhoven betreft zat ik er blijkbaar goed naast. Dom.

  8. Ik moet Reinout Verbeke bijtreden: Miguel Declercq en Leopold M. Van den Brande lijken me beide interessante aspirant-deelnemers. Moest je de eerste bundels van Van den Brande nog ergens op de kop kunnen tikken, Menno, aarzel dan niet.

    Hartelijks,

    Steven

  9. Cees van Raak zegt:

    Laat ons Tymen Trolsky niet vergeten !