Poëzie als scherm tegen de wereld
Op zijn weblog doet Rutger H. Cornets de Groot verslag van zijn worsteling met het gedicht ‘Arrival’ van Philip Larkin. Na deel 1 en deel 2 is nu het slot te lezen met zijstapjes naar Cézanne, John Cage en Vestdijk:
“Mijn bezwaren tegen Arrival golden dus vooral het feit dat Larkin poëzie gebruikte als scherm om tegen de wereld op te trekken. Een poëtica die ik in de huidige Nederlandstalige poëzie vooral ken van Piet Gerbrandy, die dat ook met zoveel woorden toegeeft: ‘Poëzie [helpt] mij om een bolwerk op te richten tegen de boze wereld: gedichten zijn een soort cyclopische muren,’ zoals hij in een interview 1 eens heeft gezegd. Maar cyclopische muren zijn nog wel wat anders dan een glazen deur, en wát er ook van Larkin gezegd kan worden, hij heeft Arrival niet gelardeerd met equivalenten van ‘hispel’ of ‘smijdig’. Er staat geen enkel duister woord in, het is lexicografisch even transparant als die glazen deur.”
Lees verder op RHCdG.
En Sartre, die vergat ik nog!
Die glazen deur verwijst naar de ‘glass door’ uit Larkins gedicht.
Het slotstuk is alweer uitgebreid omgewerkt.