Gruwez over de verzamelde Borges
“Borges bedient zich in ‘Alle gedichten’ van een heel disparaat arsenaal: zowel vormvaste gedichten als breed uitdijende verzen krijgen een kans. Een speciale plaats is er in zijn oeuvre ingeruimd voor de milonga, zeg maar een zang die aan de basis van de tango heeft gelegen. Daarnaast verplaatst hij zich moeiteloos van de ene cultuur naar de andere en is hij bijzonder topografisch geïnspireerd. Aan talloze landen, streken, steden en dorpen wijdt hij een eloge, niet het minst aan Buenos Aires: een stad die voortdurend herkenning, maar in toenemende mate ook vervreemding oproept. Een plek die balanceert op de rand van bestaan en onbestaan, eigenlijk net als de dichter zelf, die zich afvraagt of de werkelijkheid geen schijn is en of dit mutatis mutandis ook niet geldt voor zijn eigen ik. ‘Nog ben ik, hoewel gedeeltelijk, Borges,’ stond in zijn prozaboek ‘De Zahir’ al te lezen. Al is dit niet voldoende, de dichter leeft in een bestaan dat noch min noch meer uit de hele cultuurgeschiedenis is opgetrokken.”
Gruwez op Versindaba.
Zie ook besprekingen op Sargasso, De Volkskrant en deze video van een lezing die Borges gaf.