Gepubliceerd op: donderdag 30 juni 2011

René Huigen over mystiek en moderne poëzie

“Ja. Ik zie een verband tussen mystiek en de ontpersoonlijking in de moderne poëzie. De Amerikaans-Britse dichter T.S. Eliot zei: Poëzie is geen expressie van persoonlijkheid, maar juist een ontsnappen aan die persoonlijkheid. De moderne poëzie mag niet over het Zelf gaan, niets in het gedicht mag herinneren aan de particuliere beslommeringen van zijn maker, die moet zichzelf wegcijferen, deconstrueren.

“De mystiek kent dezelfde denkfiguur: om God te kunnen ontmoeten, moet je het ego, het Zelf afleggen. Marguerite Porete, een begijn die in 1310 in Parijs op de brandstapel belandde en aan wie ik een gedicht wijd, zegt: Je moet jezelf opgeven, teneinde met Zijn genade te kunnen volstromen, vrede te vinden en perfectie te bereiken. Porete stelde dat deugden helemaal niet nodig zijn. Volgens haar zijn de meeste mensen slechts deugdzaam uit vrees voor straf en in de hoop op beloning. Als wij de menselijke vrije wil inleveren, zegt zij, en Gods wil daarvoor in de plaats stellen, dan doen we – want onzelfzuchtig – per definitie het goede en volgen de deugden vanzelf.

“Het heikele punt, ook in de mystiek van Porete, is dat, om vervolgens verslag te kunnen doen van die openbaring, je jezelf weer moet innemen. Du moment dat je dat doet, geraak je vanzelf weer uit Zijn gratie. Die paradox vind ik fascinerend.”

René Huigen op Trouw.

Over de auteur