Gepubliceerd op: maandag 21 juni 2010

Engels in het hoofd, Spaans op papier – interview met Eduardo Halfon

Om het half jaar wisselt de Europese Unie van voorzitter. In de rubriek >Richting EU presenteert Kluger Hans telkens de literatuur uit dat land. De eerste helft van 2010 hanteert Spanje de voorzittershamer.

– door David Troch en Roel Weerheijm

Kluger Hans #06 publiceert een Nederlandse vertaling van een verhaal van Eduardo Halfon. Halfon werd in 1971 geboren in Guatemala. Hij reisde naar verschillende landen en leerde zijn Spaanstalige identiteit relativeren: eerst vanuit een vreemde taal, het Engels, en later, toen hij zich het Spaans in Guatemala opnieuw meester had gemaakt, vanuit zijn eigen taal op een andere plek: Spanje. Een gesprek over taal, verhuizen, en het inspirerende Matute.

Je bent een kosmopoliet met wortels in Guatemala. Hoe ziet je reizende leven eruit?

Ik ben geboren en getogen in Guatemala. Toen ik tien jaar was, vertrok ik naar de Verenigde Staten, waar ik veertien jaar heb gewoond. Ik keerde vervolgens terug naar Guatemala, onder meer om literatuur te onderwijzen aan de universiteit. Lange tijd wilde ik naar Spanje verhuizen, vooral om dichter bij mijn uitgevers te zijn. Nadat ik acht jaar aan de universiteit had gewerkt, heb ik Guatemala vaarwel gezegd en ben ik naar Spanje vertrokken. Uiteindelijk vanwege een vrouw  zoals je alle grote beslissingen in het leven neemt vanwege een vrouw. Ik trouwde met haar. Haar familie komt uit Matute, een klein stadje in La Rioja, in het noorden van Spanje. Matute telt misschien zestig, zeventig inwoners.

Wat voor plek is Matute?

Het is er oud, rustiek, ruimtelijk en landelijk – geen afleiding kortom. Er zijn wel bergen, wijngaarden en wandelroutes, ideaal voor een schrijver. Mijn vrouw en ik hebben een oude politiebarak gehuurd, nog afkomstig uit de Spaanse Burgeroorlog, die ongeveer zeventig jaar geleden eindigde. Ik schreef, ik werd verliefd op de omgeving, op de wijn, de mensen. Daar werd ik een Spanjaard. De cultuur, de tradities, het werd deel van mijn schrijven, deel van de taal die mij eigen was en die toch zo anders werd gebruikt. Het boek dat ik nu voltooi, is op deze tijd gebaseerd: deels een dagboek, deels een reeks kortverhalen, deels een reeks essays.

Naast de inspirerende plek waar je woont, heeft Engels ongetwijfeld een grote invloed op je taal gehad. Je hebt tenslotte veertien jaar in de VS gewoond.

Dat klopt, ik ben daardoor eigenlijk tweetalig geworden. Toen ik als twintiger terugkeerde naar Guatemala, was ik mijn Spaanse taal kwijt, dat wil zeggen: ik kon het nog verstaan, maar ik sprak het nauwelijks. Met het Engels als stiefmoedertaal leerde ik het Spaans opnieuw, een proces dat werd versneld door mijn schrijven, dat ging ook in het Spaans. Dit proces is tot nu toe gaande.

Hoe ga je als tweetalige schrijver te werk?

Ik schrijf altijd in het Spaans, al denk ik normaal gesproken in het Engels: woorden, woordstructuur, grammatica, ze zijn in het Engels uitgedacht voor ze, in het Spaans, op papier terechtkomen. Het lijkt vreemd, maar voor mij werkt het. Het Spaans dat ik opschrijf, is daardoor een soort vertaling uit het Engels.

Is een tekst van jou die in het Engels is vertaald, hetzelfde als je originele, Spaanse tekst?

Zelfs als een tekst, zoals in mijn geval, is ontstaan op het snijvlak tussen twee talen – Engels in mijn hoofd, Spaans op mijn papier – is de tekst anders als die vervolgens in het Engels wordt vertaald. Soms vertaalde ik mijn eigen teksten in het Engels, maar ook dan voelt het altijd als een andere tekst.

Hoe denk je, als schrijver die zijn eigen werk vertaalt, over het vertalen van een tekst?

Een andere taal heeft een andere intonatie, andere semantiek, andere muziek. Dit brengt natuurlijk een andere reactie teweeg in het hoofd van de lezer. Hetzelfde zal gebeuren nu mijn taal in het Nederlands is vertaald. Zoals een schrijver dat doet in zijn schrijfproces, laat ook een vertaler zijn eigen sporen na in de tekst. Ook zijn ademtocht, en niet alleen die van de schrijver, wordt deel van het geheel.

Je bent een geboren Guatemalaan en woont nu in Spanje. De Spaanse taal is ruim verspreid op onze planeet. Hoe vergaat het een Spaanse tekst in de wereld?

Er zijn duidelijke variaties in het Spaanse taalgebruik als je Spanje vergelijkt met Guatemala. Wat dit betreft heeft men in Spanje een traditionelere houding: in Spanje accepteren ze de variaties in het Spaans uit Latijns-Amerika niet altijd als geldig. Het is voorgekomen dat mijn Spaanse redacteurs woorden wilden veranderen, omdat de Spaanse lezer die anders niet zou begrijpen. In Latijns-Amerika is men meer gewend aan variaties in het Spaans, elk land zet zijn eigen handtekening op de gemeenschappelijke taal. Dit maakt het Spaans tot een rijke, levendige taal. Volgens mij moeten we dat niet alleen respecteren, maar ook vieren.

Heeft je tweetaligheid ook een rol gespeeld in je eigen literaire voorkeuren?

Ik ben, hoe dan ook, meer beïnvloed door Engelstalige boeken en schrijvers. Ik ontdekte Hemingway, Faulkner en Carver eerder dan Borges en Cortazar. Nog altijd lees ik veel meer Engels. Ook als ik een buitenlands boek wil lezen, Duits, Chinees of Nederlandstalig, zoek ik eerder naar de Engelse dan naar de Spaanse vertaling. Het is gemakkelijker om mijn werk te begrijpen vanuit Noord-Amerikaans perspectief dan vanuit Latijns-Amerikaans perspectief.

En welke Spanjaarden vinden we terug in je boekenkast?

Ik houd vooral van de Spaanse klassiekers, zoals Cervantes. Ik heb zelfs een roman over hem geschreven, waarin hij naar Guatemala reist, zoals hij tijdens zijn leven bij verschillende gelegenheden had willen doen. Ik bewonder de werken van Miguel de Unamuno en  Baroja, uit het eind van de negentiende eeuw. Ik houd van Spaanse dichters als Rafael Alberti, Federico Garcia Lorca en Luis Cernuda, en van de filosofische essays van Jose Ortega y Gasset. En, meer recent, van het werk van Javier Marxc3xadas en van Enrique Vila-Matas.

Over de auteur